Vers 3

Ramana Maharshi*:
“Wat heeft het voor zin om meningen te uiten zoals ‘de wereld is echt’ of ‘nee, het is illusie’, ‘het is het bewustzijn zelf’ of ‘nee, onbezielde materie’, ‘het is geluk’ of ‘nee, een tranendal’?
Het vertoeven in de staat waar ‘ik’ noch wereld bestaan, maar slechts het Zelf, voorbij de opvattingen van eenheid of dualiteit, is voor iedereen aanvaardbaar.”

Hoe vaak heb ik ook niet gezegd ‘Alles is één’ of ‘Alles is liefde’. Uitspraken die mooi klinken, maar die ik feitelijk niet begreep; hooguit als een spirituele gedachte.
Ik zei drie maal tegen mijn vriendin dat ik van haar hield. Eigenlijk was dat meer om mezelf te overtuigen dan haar. Later begreep ik dat pure liefde niet in woorden te vatten is. Liefde overkomt je; is niet ik en de ander, maar meer een onverwachts opgaan in elkaar, waarbij geen woorden zijn.

* uit: Ramana Upanishad, samengesteld en vertaald door P. Renard, uitg. Servire, 1999, ISBN 90 7668 101 5, pag.137.