Vers 34

Ramana Maharshi*:
“Het niet herkennen van Dat wat voor iedereen altijd al de inherente Werkelijkheid is in het Hart, en niet daarin gegrondvest raken, maar in plaats daarvan argumenteren over het bestaan of niet-bestaan ervan, over zijn vorm of vormloosheid, zijn dualistische of non-dualistische aard: het komt allemaal door de illusie die voortvloeit uit onwetendheid.”

Religieuze discussies zijn er altijd geweest, zelfs een strijd op leven en dood, zoals bij de kruistochten. Eigenaardig als je bedenkt dat er één universum is en één God of wereld waar alles uit voortgekomen is.
Ik ben zelf katholiek opgevoed en gegroeid. Zo rond mijn zeventiende ben ik gestopt met het actief belijden van het katholicisme. Ik vond dat er geen verschil tussen protestanten en katholieken was, ook omdat beiden het Christendom als basis hadden.
Zo simpel was het niet, want ik vond nog decennia lang katholieken betere Christenen dan de protestanten. Niet dat ik ze anders zag of behandelde; het was meer een gevoelsmatige gedachte die was blijven hangen, die op een vaag idee van verschil gebaseerd was.
Na jaren bezig te zijn geweest met spiritualiteit begin ik nu te beseffen dat elk spirituele of religieuze stroming een pad kan bieden om inzicht in het leven te krijgen. En dat we deel zijn van een universum, waar we überhaupt geen controle of beheersing over hebben; zowel in de kleine als grote gebeurtenissen. Dit louter waarnemen zoals het feitelijk is; is het alomtegenwoordige en alomvattende zijn, de bron of het Zelf. Waarnemen, meer is het niet, zo eenvoudig.

* uit: Ramana Upanishad, samengesteld en vertaald door P. Renard, uitg. Servire, 1999, ISBN 90 7668 101 5, pag.147/8.