Vers 37

Ramana Maharshi*:
“De bewering ‘dualiteit tijdens het beoefenen, en non-dualiteit bij het bereiken’, is niet juist. Want niet alleen bij het vinden van je Zelf, maar ook tijdens het zoeken ernaar ben je niemand anders dan ‘de tiende man’.”

Wanneer ik wandel of fiets denk ik vaak hoe ver is het nog of hoe lang duurt het nog voor we weer thuis zijn. Het lijkt op zo’n moment dat het fietsen en wandelen op driekwart van de afstand steeds zwaarder wordt; hoewel ik me lichamelijk nog niet moe voel, maar wel geestelijk.
Onverwachts zegt mijn vrouw tijdens de tocht ‘Kijk wat een mooie kleur heeft dat bosviooltje’ en in het moment dat ik naar het bosviooltje kijk is de vermoeidheid, zowel de zadelpijn als de gedachten, verdwenen.
Wanneer ik na de wandeling of fietstocht thuis kom ben ik nog steeds dezelfde persoon als die fietste of wandelde en dezelfde als toen ik begon met wandelen of fietsen.

* uit: Ramana Upanishad, samengesteld en vertaald door P. Renard, uitg. Servire, 1999, ISBN 90 7668 101 5, pag.149.