Social Media

Af en toe plaats ik een opmerking op LinkedIn, zoals laatst tijdens de intelligente lock-down van Mark Rutte vanwege het coronavirus. Hij moedigde de Nederlanders aan zelf verantwoordelijkheid te nemen en het niet aan allerlei regels van de overheid over te laten. Ook prees hij de Nederlanders dat ze anderhalve meter afstand namen en met eigen initiatieven kwamen.
’s Ochtends in bed kwam naar aanleiding van deze opmerkingen van de minister president het boek ‘de Vertraagde Tijd’ in mij op van wijlen prof. Arnold Cornelis. Hij spreekt daarin over communicatieve zelfsturing, die helpt om te ontdekken wat ons eigen verborgen programma is en pleit om ons weer af te stellen op onze innerlijke klok van het verborgen programma en zo te ontdekken wat waardevol is.
Nu gaat het mij niet om wat Arnold Cornelis zegt, maar om het proces dat plaatsvindt; namelijk de herinnering die opkomt aan een boek naar aanleiding van een uitspraak van iemand. Dit gebeurt zonder dat ik dat van tevoren had kunnen bedenken, zeker gezien het feit dat ik het boek van hem meer dan vijftien jaar geleden heb gelezen.
De opmerking die ik op basis deze herinnering op LinkedIn plaatste leidde tot reacties, zoals de reactie dat weerstand je scheidt van Zijn, die de werkelijke bron van je kracht is. Eerst dacht ik wat moet ik er mee, om vervolgens een reactie te geven die ik niet had verwacht. Mijn reactie ‘wrijving zorgt voor ontwikkeling’ had ik ook al jaren geleden gehoord en kwam als herinnering spontaan naar boven. De vraag is wat is de bron van al die herinneringen die in mij naar boven komen tijdens zo’n social-media gesprek?

Mieren

Honderden mieren lopen in een lange sliert van de ene kant naar de andere kant van de asfaltweg. Met gevaar voor eigen leven is de hele kolonie mieren in de weer om voedsel bijeen te garen aan de andere kant van de weg. Het is een drukte van je welste van en naar het nest, ze passeren elkaar links en rechts in twee, drie rijen dik en dat gaat zonder ongelukken of zonder tegen elkaar te botsen. Onderweg zegt de ene mier tegen de andere mier ‘Onbegrijpelijk al dat gekrioel zonder ongelukken.’ Zegt de andere mier: ‘Ja ongelooflijk, zonder stoplichten en verkeersregelaars loopt het gewoon gesmeerd. Wie heeft hier het stuur in handen, wie regelt dit allemaal?’