Nawoord

Onderzoek naar ‘Ken Uzelve’ (pelgrim 7 van 7)

Tijdens vakantiewerk moest ik met een vriend een schoolgebouw in aanbouw puinruimen en schoonmaken. Na de zoveelste kruiwagen met puin was ik doodmoe. Gelukkig gingen we na een half uur schaften en daarna gingen we voetballen. Ineens was mijn vermoeidheid weg en liep ik als een kievit te voetballen. Ik was zeer verbaasd dat deze moeheid zo snel was verdwenen.
Ik besefte dat het met mijn vele meningen, oordelen en emoties ook zo gaat; dat ze ineens zijn verdwenen. Ik heb ze nog steeds, maar ik weet dat ik dat niet ben. Ik ben meer dan mijn denken.

Had het anders of sneller gekund? Nee het gebeurt of het gebeurt niet.

Ik wilde bijvoorbeeld in Frankrijk monnik worden. Mijn toenmalige relatie was uitgeraakt en ik had niet het gevoel dat ik weer een nieuw maatje zou krijgen. Ik besloot monnik te worden. Mooi niet, binnen een maand na dat besluit was ik tot mijn over mijn oren verliefd op mijn huidige vrouw Paula en keerde terug naar Nederland. Door haar kwam ik in contact met Dr. Vijai S. Shankar die me de kennis gaf waardoor ik op mijn pad van ‘Ken Uzelve’ verder kon gaan in het leven. Meer was ook niet nodig om te zien dat het leven vanzelf transformeerde.

Het schrijven van dit boek is in drie fasen gegaan. Eerst heb ik de situaties beschreven, vervolgens de ervaringen toegevoegd en tenslotte de inzichten beschreven die ik heb opgedaan.
Het schrijven ging niet altijd vanzelf. Diverse malen heb ik er stukken uit gehaald, omdat ik ze wel had meegemaakt, maar uiteindelijk niets toevoegden aan het verhaal. Interessant was ook dat ik tijdens het trimmen vaak de inspiratie kreeg voor bepaalde zinnen. Thuisgekomen en zittend achter mijn computer wist ik in grote lijnen nog wat ik gedacht had, maar werden het hele andere zinnen. Zo werkt het hier en nu.

Tijdens het schrijven van dit boek gebeurde er iets, wat ik niet verwacht had. Ik kreeg voor de tweede keer te horen (oktober 2019) dat ik tumoruitzaaiingen had in mijn lichaam. Dit deed me nog meer beseffen dat ik niet mijn lichaam en geest was. Het elk moment in het hier en nu aanwezig zijn in het dagelijks leven lost voor mij de gedachten aan de uitzaaiingen op en doet mij beseffen dat het leven je raakt en tegelijkertijd inzicht geeft in wat je bent.

Ik wil hier nog het woord Sadhana noemen, dat regelmatig in het boek is teruggekomen. Sadhana is in de loop der tijd voor mij het onder ogen zien van de feiten van het dagelijks leven. Feiten waarin het individuele en universele in elkaar samenkomen en vervloeien en daardoor een Satsang zijn.
Pelgrim zijn is hierbij niet zozeer op reis gaan, maar veeleer een waarnemen van het dagelijkse leven en de illusie die dat met zich meebrengt. Dit boek is een weerslag van die innerlijke reis en van wat ik allemaal op mijn pad heb gezien.
Het is niet de absolute waarheid, want die kan niet verwoord worden, maar wel een relatieve waarheid die mij inzichten heeft gegeven op mijn pad in het leven.
Het is als het ware ‘n wijze van kijken, zoals de dichter Matsuo Bashō (1644 – 1694) ooit verwoordde en dichtte in een haiku:

O, oude vijver!
een kikvors springt van de kant,
geluid van water.