Plezier in werken (6)

‘Plezier in werken’: een stille zoektocht naar vrijheid of vrij zijn van niet-plezier, is het thema van deze retraite. Vrij van wat? In ieder geval van datgene waarvan je vrij wil zijn en dat jij degene bent die daar iets aan gaat doen. Over het algemeen wil je vrij zijn van het ongelukkig voelen. Ieder mens wil van nature gelukkig zijn. De volgende vraag is dan hoe wordt je gelukkig? Of misschien wel hoe wordt je niet ongelukkig. De wijzen zeggen immers dat de ware staat van de mens, die van kennis, bewustzijn en geluk is.

Volgens de vedanta (Yoga Vasistha, pag. 32) zijn er vier reddingsboeien om uit de cake-walk van het zich steeds herhalende rad van fortuin te geraken.
De eerste reddingsboei is die van zelfbeheersing. Het genoegen en plezier dat men ervaart bij zelfbeheersing is nergens mee te vergelijken. Wanneer er zelfbeheersing is, dan smaakt zelfs het voedsel beter.
Zelfbeheersing wordt over het algemeen gezien als het ‘verminderen’ van iets; bijvoorbeeld minder eten, minder TV-kijken, minder hard werken etc.

Vaak leggen we ons zelf bepaalde stringente richtlijnen op en houden dit dan voor een bepaalde tijd vol. Dat lukt ons meestal wel. Echter de innerlijke behoefte blijft meestal bestaan en na verloop van tijd vallen we terug in een oud gedragspatroon. Het gaat niet om het ontkennen van iets; of het goed of afkeuren daarvan, maar veeleer het accepteren van de dingen en daarin zelfbeheersing tonen.
Moeilijker is om de gulden middenweg te nemen, waarbij je niet een bepaalde richtlijn nastreeft, maar veeleer kijkt wat nodig is en daarin maat zonder dwang houdt.
Zelfbeheersing of discipline is niet zozeer van af- of goedkeuren, maar veeleer dicht bij jezelf blijven, geduld bewaren en maat houden. Maathouden door tijdens het luisteren, voelen, zien, ruiken en proeven je niet te laten te verstoren of het prettig/plezierig of niet-prettig/plezierig is. De dingen als het ware onverschillig (zonder verschil) of gelijkmatig benaderen is alleen mogelijk als je werkelijk waarneemt. De waarneming of het inzicht in het moment geeft aan waar de maat ligt.

De tweede reddingsboei is zelfonderzoek. Zelfonderzoek dat voortdurend plaats dient te vinden en waar studie of kennis van buiten nodig is. Zelfonderzoek zuivert de geest, lost de automatische piloot op, geeft kracht, efficiency en maakt je deel van een groter geheel.
Zelfonderzoek is geen analyseren en redeneren. Het is heel direct naar jezelf kijken in de zin van ‘Wie ben ik?’. Het geduldig waarnemen van jezelf zonder daar onmiddellijk een oordeel over te hebben. En ontdekken dat je alles wat je waarneemt uiteindelijk niet bent.
Studie helpt om achter ‘Wie ben ik?’ te komen. Studie voor zelfonderzoek kan van alles zijn. De Bijbel, de Bagavad  Gita, uitspraken van Dalai Lama of een staatsman als Dag Hammerskjold of een gedicht.
Bijvoorbeeld ‘Alles is volmaakt. Volmaakt komt van volmaakt. Trek volmaakt af van volmaakt en wat over blijft is volmaakt.’ De eerste zin kan je inspireren of het hele vers uit de Isa Upanishad. Soms draag je dat een hele dag of leven met je mee, voordat je het werkelijk inziet.

De derde reddingsboei is tevredenheid. Iemand die tevreden is zoekt geen zintuiglijke genoegens. Mensen eten bijvoorbeeld over het algemeen meer als ze zich niet gelukkig of ontevreden voelen. Tevredenheid gaat over ondermeer het onbewogen zijn ten aanzien van het resultaat van werken of handelingen. Natuurlijk is er een doel met werken, maar het resultaat heb je niet in de hand, dat kan van zoveel (externe) factoren afhankelijk zijn. Zelfs deze (externe) factoren kunnen je niet uit evenwicht brengen. Ook hier speelt acceptatie van wat-is een belangrijke rol; je niet laten afleiden door voor- en tegenspoed. Iets kan nu tegen zitten, maar op de langere termijn het tegenovergestelde zijn. Vaak weten we niet waar de situaties ons toe leiden.

De vierde reddingsboei is goed gezelschap. In de vedanta wordt daar het ‘zitten aan de voeten van de heer’ of de verlichte wijze mee bedoeld. Echter daar waar 2 of meer mensen bij elkaar zijn in het licht van de waarheid, is ook goed gezelschap. In het licht van de waarheid is één aspect; ook vrijgevigheid, mededogen, geweldloosheid en dienstbaarheid kunnen we daarbij noemen. Deugden die het eigen ‘Ik’ overstijgen. Gezelschap dat deze deugden in zich hebben of proberen na te streven kunnen licht scheppen in de duisternis, omdat iets anders dan zelfgewin wordt nagestreefd.

‘Plezier in werken’ is heel eenvoudig, zoals een onderzoeker een experiment waarneemt, zonder daar al een bepaalde uitkomst of resultaat van te verwachten. Hierbij hoef je alleen waar te nemen en door het waarnemen verandert er al wat, zonder dat het moeite kost. Namelijk als ‘je het ziet, dan weet je het’ voor altijd. De stille verandering is zoiets als een kind dat in een volwassene verandert. Je ziet het niet als je erbij staat, maar als je een kind een jaar niet hebt gezien, dan zie je de verandering wel.

 Plezier in werken en nog meer …