Bananenschillen

Lekker gezond zo’n banaan, sinaasappel, mandarijn, meloen of appel. Soms zit er een plastic merkje er op.
Je gooit de schillen of soms de hele vrucht zo in de berm; misschien dat de dieren er wat aan hebben; hopelijk worden ze dan niet doodgereden; zoals mij laatst gebeurde op Texel met een meeuw, die niet op tijd opvloog, terwijl meeuwen dat ander altijd doen. Het voedsel op het asfalt was blijkbaar te aantrekkelijk.
Oud brood voor de eendjes en meeuwen is ook zo iets. Er zitten weinig voedingsstoffen en relatief veel zout in, waar zij niet veel aan hebben en daarnaast trekt het ook ratten en ongedierte aan.

Ik vraag me af hoe lang het duurt voor de fruitresten in de natuur zijn verteerd. Een klokhuis is binnen twee tot acht weken verteerd; bij een bananenschil die veel cellulose bevat, kan de vertering in de berm wel twee jaar duren.
Ik vind dat ik al dat fruit moet oprapen; ook omdat vuil nu eenmaal vuil aantrekt en voor je het weet gooit iedereen zijn of haar afval op straat.
Het leidt tot onrust bij mij, terwijl mijn geest het liefste rust wil. Na jarenlange meditatie en werken met aandacht is dat verlangen naar rust alleen maar gegroeid, waarbij mijn verlangen naar rust het tegengestelde oproept en juist de onrust voedt. Niets lijkt te helpen, hooguit niets te willen en het leven zien gebeuren en wachten tot het verlangen vanzelf in rook opgaat.