Identiteit

Tegenwoordig lees je steeds vaker over mensen die hun identiteit of zichzelf zoeken en zich afvragen ‘Wie ben ik?’

Lijkt mij niet makkelijk, omdat we vele ‘ikken’ schijnen te hebben; zoals de werk-ik, sport-ik, buitenlander-ik, religieus-ik, gezins-ik, domme-ik , om maar niet te spreken van de man, vrouw of lbhti-ik.

Met het zoeken naar jezelf  is natuurlijk niets mis mee, maar kom je er wel uit?

In de Bagavat Gita staat ondermeer te lezen: ‘Laat hem het zelf door het Zelf verheffen,  …’ (Hfst. VI-v. 5; vert. dra. C. Keus, 1992)

Het zelf, met een kleine z, staat voor de ik of het individuele zelf. Er blijkt nog een soort universeel Zelf, een met grote Z te zijn, dat de oorsprong  is van al die individuele zelfjes of ikken. Dit kennen we ook, want we zijn niet de hele dag met al die individuele  ikken bezig. Zo af en toe komen de gedachten aan ikken in ons denken of de geest op, zonder dat we dat bewust doen. Meestal komt slechts één van die ikken op, zeker niet allemaal tegelijkertijd.

Je kunt dit vergelijken met de individuele golven van de universele zee; de vele golven bestaan dankzij de zee en niet andersom .

Dat universele Zelf gebeurt al spontaan, oncontroleerbaar gedurende de dag.  Het is louter zijn, je weet het als je het ziet.