Grote en kleine stukken piepschuim worden gebruikt om onze spullen te vervoeren. Als je zo’n groot stuk piepschuim moet breken om in een vuilcontainer te stoppen dan vliegen de piepschuimkorreltjes in het rond en vaak plakken ze dan weer aan iets anders. Er zijn ook losse korreltjes van bijvoorbeeld kussens die de hele straat over vliegen, vooral als het wat harder gaat waaien, geen beginnen aan om te prikken.
Piepschuim is een mooie uitvinding voor het beschermen van producten of het isoleren van huizen, maar wat doe je ermee nadat het gebruikt is? Het beste is om het naar de vuilstort te brengen, want die hebben daar aparte vuilcontainers voor.
Wat bezield de mensen om het piepschuim op straat te gooien, vraag ik mij af. Ja, je kunt het bij het grofvuil zetten, dat scheelt in ieder geval een hoop rommel.
Je weet nooit wanneer en waar er piepschuim ligt, sowieso niet wat je tegen zal komen als je gaat prikken. Je hebt er geen controle over en dat is maar goed ook, want dan wordt het eentonig en elke dag hetzelfde. Voor het prikken van wat dan ook ben je nooit bezig met wat er geprikt gaat worden en na het prikken niet met wat is geprikt.
Gemak dient de mens! Wat is gemak als het uiteindelijk door iemand opgeruimd moet worden, komt in mij op. Een egoïstische gedachte en minder onbaatzuchtig dan dat ik wil doen voorkomen. Het praktisch prikken is niet het probleem, want dat is zo gebeurd; alle bijkomende gedachten maakt het zwaar, zelfzuchtig en moeizaam grof voor mij. Eigenlijk vermindert het mijn gevoeligheid voor de natuur en uiteindelijk raakt het mijn eigen gevoeligheid en zorgt het voor minder verfijning in mijn omgang met anderen of het leven.