Vers 32

Ramana Maharshi*:
“De teksten verklaren: ‘Jij bent Dat’, maar toch getuigt het mediteren over ‘ik ben Dat en niet dit’ van een zwakke benadering – je bent immers altijd al Dat. Onderzoek dus wat je werkelijk bent en blijf daarin gegrondvest.”

‘It was the hour before the Gods awake’ is de eerste regel van Savitri, een poëtisch boek van Sri Aurobindo. Dit zinnetje duidt aan dat er iets is voordat het Goddelijke wakker wordt. Er is iets voorbij het Goddelijke; maar wat dan?
‘Het uur ervoor’ wordt niet beschreven. Mijn denken blijft in peinzende stilte achter in dat wat niet beschreven of gedacht kan worden. Misschien is dit uur alles en tegelijkertijd ook niets.
Dit doet mij denken aan het mediteren op de mantra ‘Soham’ (Ik ben dat). Ik begin de meditatie op ‘Soham’ met het herhalen daarvan in de geest. Op een gegeven moment dwaal ik af en wanneer ik dat merk zet ik de mantra weer in. Ik denk dat ik daarvoor zelf kies, maar het inzetten van de mantra gebeurt op een gegeven moment, terwijl ik op een kussentje zit. Dit opnieuw inzetten en herhalen van de mantra wordt achteraf in mijn geest bevestigd. Feitelijk rijst de klank van de mantra op, komt spontaan voort uit een niets. Een niets dat altijd aanwezig is zonder dat ik dat besef.

* uit: Ramana Upanishad, samengesteld en vertaald door P. Renard, uitg. Servire, 1999, ISBN 90 7668 101 5, pag.147